Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen antwoorddet gij, en zeidet tot mij: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd; wij zullen optrekken, en strijden, naar alles, wat de HEERE, onze God, ons geboden heeft. Als gij nu een iegelijk zijn [68]krijgsgereedschap aangorddet, en [69]willens waart, om [70]naar het gebergte henen op te trekken, 68. Of, krijgswapenen. 69. Of, gereed waart, u daartoe bereiddet. Anders, u verstoutet, of, vermetelijk onderwondt. 70. Zie boven, vs.2.